Citotoets: voorbeeldopgaven Spelling
In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
- Fluweel is de zachste stof die ik ken.
- Ze liep met de wandelwagen over het trottoir.
- Het was nauwelijks twaalf uur, of het vuurwerk barstte los.
- We besteden systematisch aandacht aan deze zaak.
In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
- De fontijn in de gracht spuit het water omhoog.
- Dat is nou precies het probleem.
- Je kunt hem niet vertrouwen.
- De ijzeren staaf was aan het roesten.
In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
- Het toegepaste geweld was buiten alle proporsies.
- Het meubilair stond nog niet op zijn plaats.
- De twee baby's deden een krijswedstrijd.
- Vader werkt aan zijn bureau.
In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
- In de woestein kan het 's nachts zeer koud zijn.
- Kom onmiddellijk hierheen!
- Deze cactus heeft flinke stekels.
- Pas op, dat is gevaarlijk!
In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
- Er waren veel mensen op de begravenis.
- De speeltoestellen hebben nodig een onderhoudsbeurt nodig.
- Deze abrikozen zijn de lekkerste, die ik ken.
- We eten 's avonds warm.