Persoonsvorm schrijven (zwak en sterk, tt en vt)
Vul alles in en klik dan op "Controleer". Als je hulp nodig hebt, kun je onderaan op "Letter" klikken (zo vaak als het nodig is).
Opdracht: vul in de zinnen hieronder de juiste vorm van het werkwoord in.
Gebruik het werkwoord dat tussen haakjes staat.
1.
Je
(vinden)
het
nu
toch geen probleem?
2.
Gisteren
(vinden)
je
het nog wel een probleem.
3.
Wij
(schillen)
vorige week maandag
wel twintig appels.
4.
Jullie
(versieren)
gisteren
het klaslokaal.
5.
Vandaag
(worden)
mijn opa
tachtig jaar.
6.
Mijn broers
(denken)
op dit moment
aan het speciale feest.
7.
Ik
(verwachten)
toen
eigenlijk excuses van Marjan.
8.
Julia
(komen)
straks
.
Controleer
Letter
OK