Oefenen voor de lvs-toets groep 3

1 / 10

welk woord past bij het plaatje?
1. hak
2. kar
3. haak
4. raak
5. hark
welk woord past bij het plaatje?
1. braam
2. raam
3. ram
4. maar
5. traan
welk woord past bij het plaatje?
1. boek
2. broek
3. dek
4. doek
5. doei
welk woord past bij het plaatje?
1. haai
2. strooi
3. kooi
4. klooi
5. hooi
welk woord past bij het plaatje?
1. hoor
2. boor
3. door
4. rob
5. boot
welk woord past bij het plaatje?
1. kalk
2. dak
3. klad
4. kad
5. kak
welk woord past bij het plaatje?
1. rokken
2. trokken
3. roken
4. koken
5. korren
welk woord past bij het plaatje?
1. rem
2. nier
3. riem
4. priem
5. mier
welk woord past bij het plaatje?
1. slang
2. gna
3. tang
4. bang
5. gang
welk woord past bij het plaatje?
1. pot
2. spoten
3. loten
4. poten
5. potten

Oefenen voor de LVS-toets groep 3