Een eenvoudig stappenplan voor basisschoolleerlingen (groep 8)
Let op: voor het Voortgezet Onderwijs is dit schema niet volledig!
Persoonsvom (PV)
|
Het eerste werkwoord dat je tegenkomt, wanneer je de zin vragend hebt gemaakt. |
Onderwerp (Ond)
|
Wie (is er aan het...) + PV ? |
Gezegde (Gez)
|
Alle werkwoorden in de zin. |
Lijdend Voorwerp (LV)
|
Wie/wat + Gez + Ond ? |
Meewerkend Voorwerp (MV)
|
Aan wie/voor wie + Gez + Ond + LV ? |
Bijwoordelijke bepaling
(Bijw. bep)
|
De zinsdelen die overblijven.
(Vaak een tijd of een plaats) |