Citotoets: voorbeeldopgaven Taal
In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
- Waarom schudt jij nu zo hard nee?
- De verwoeste stad zal opnieuw opgebouwd worden.
- Ze vond haar fietssleuteltje terug.
- Heb je je ook zo aan haar geërgerd?
In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
- Van welke programmaas houd jij het meest?
- In de gymzaal stond een circuit klaar.
- De taxi reed te snel.
- Het is al bijna weer etenstijd.
De zinnen van onderstaand verhaaltje zijn door elkaar gehusseld.
Wat is de eerste zin?
- De volgende dag waren er vier mannen bij de winkel.
- Ze tilden alle materialen naar buiten.
- Vervolgens gooiden ze alles in een grote container.
- Ook de kassa zag ik in de container liggen.
- Het scherm van de kassa was gebroken.
"Victor, kom gauw, er is ingebroken."
Wat kun je het best met de leestekens doen in deze zin?
- De punt vervangen door een uitroepteken.
- Niets: gewoon zo laten staan.
- De aanhalingstekens weglaten.
- De komma's weglaten.
Wat is een ander woord voor: onbesuisd?
- ondoordacht
- onbelangrijk
- onzinnig
- onmiddellijk