|
|||||||||||||||||||
De Citotoets: entreetoets en eindtoets |
|||||||||||||||||||
Home | Oefenen | Afname | Ervaringen | Links | |||||||||||||||
Taal |
|||||||||||||||||||
Het
onderdeel Taal van de Citotoets bestaat uit spelling, tekstbegrip (of:
begrijpend
lezen),
werkwoorden, woordenschat en schrijven van teksten. Natuurlijk
wil je weten waar je sterk en waar je zwak in bent. Daarvoor staan
hieronder korte toetsjes.
Als je score aan het eind van een toets lager is dan 90% , kun je jezelf bijspijkeren middels de link die achter de oefening staat. |
|||||||||||||||||||
taal |
bijspijkeren |
||||||||||||||||||
Toets 1: spelling | Oefeningen spelling | ||||||||||||||||||
Toets 2: tekstbegrip | Oefeningen tekstbegrip | ||||||||||||||||||
Toets 3: werkwoorden | Oefeningen werkwoorden | ||||||||||||||||||
Toets 4: woordenschat | Oefeningen woordenschat | ||||||||||||||||||
Toets 5: schrijven | Oefeningen schrijven | ||||||||||||||||||
Toets 6: door elkaar | - | ||||||||||||||||||
Een cito eindtoets telt wel vier taken taal! | |||||||||||||||||||