Technisch lezen

Lees en oefen de tekst hieronder eerst rustig. Kopieer de tekst dan en plak hem vervolgens in de Leesversneller om op tempo te oefenen.

waar is mijn taart?

mijn broer heet hans.

hij is een leuke knul.

zijn hond heet frits.

eerst mocht hans geen hond van mama.

een hond blaft en maakt veel lawaai, zei ze.

maar hans vond de hond zo lief.

vandaag heeft hij frits toch voor zijn verjaardag gehad.

frits is zwart en heeft een mooie staart.

en hij is dol op taart.

 

hans ging vandaag naar de keuken.

toen hij terug kwam, was zijn stuk taart weg.

hoe kon dat nou?

ben jij je stuk taart kwijt, hans?

kijk maar eens in de mond van frits.

frits heeft slagroom op zijn snuit.

 

die frits!

hans maakt de snuit vlug schoon.

je bent stout, maar ook lief, frits!


Woorden met 2 medeklinkers achter elkaar

Lees en oefen de woorden hieronder eerst rustig. Kopieer de woordenlijst dan hier en plak de lijst vervolgens in Woorden flitsen, om op tempo te oefenen.

knaap

knap

knul

knoop

kniel

blaar

blaf

bloot

blik

blijf

kwijt

kwast

kwaad

kwaak

kwal

braam

brug

broer

brief

bren

gans

kans

dans

hans

lans

kocht

vocht

tocht

bocht

mocht

raakt

kwaakt

maakt

haakt

waakt

vaart

taart

kaart

staart

maart