Technisch lezen

Lees en oefen de tekst hieronder eerst rustig. Kopieer de tekst dan en plak hem vervolgens in de Leesversneller om op tempo te oefenen.

ton is ziek

 

ik heb een rat.

de rat heet ton.

ton is tam.

kom op ton.

kom uit je hok.

 

ton is ziek.

hij wil niet uit zijn hok.

ton en ik gaan naar de arts.

 

ik pak ton op.

ton moet in de tas.

ik ga met de kar.

dat gaat snel.

 

de arts kijkt.

dan pakt hij een lap.

een lap voor tons poot.

 

nog een week, zegt de arts.

dan mag de lap er af.

 

kom mee, ton.

we gaan weer op de kar.

 

dag arts.


Woorden met a, o

Lees en oefen de woorden hieronder eerst rustig. Kopieer de woordenlijst dan hier en plak de lijst vervolgens in Woorden flitsen, om op tempo te oefenen.

dag

wat

dak

tas

lat

pak

kar

man

bak

kat

dan

tak

pap

wal

dal

dat

rat

hak

lap

nat 

wol

rol

hol

hok

rok

dol

bos

nog

bom

tot

som 

ton

sok

kom

kok

top

dom

pot

bok

pop