“Ik weet wat zwakke en sterke (klankveranderende) werkwoorden zijn.”

Vul alles in en klik dan op "Controleer". Druk op [?] of "Hint" voor hulp. Dat kost echter wel punten.
Als je een PV in de verleden tijd zet, verandert bij sommige werkwoorden de klank:


Deze werkwoorden noemen we sterke of ook wel klankveranderende werkwoorden.
Ezelsbruggetje! Het zijn krachtige werkwoorden: sterk genoeg om van klank te veranderen.

Werkwoorden die bij verandering van tijd niet van klank veranderen, heten zwakke werkwoorden.

Opdracht: Geef aan of de PV in onderstaande zinnen sterk of zwak is.
Tip: weet je nog wat de PV is?!
Aanwijzing: vul alleen in: sterk/zwak.
1. De plank boog door onder druk van de kar.
2. Er ritselde iets tussen de bladeren.
3. De zwaluw duikt naar beneden.
4. Ik vergat mijn stoel aan te schuiven.
5. Het regende pijpenstelen.
6. Ik verzin wel iets!
7. Wind er maar geen doekjes om!
8. Deze plant groeit wel erg hard.
9. De bediende struikelde.
10. De vos sloop door het bos.

Onthoud: sterke werkwoorden veranderen van klank, als de tijd (tt/vt) verandert..