“Ik kan het onvoltooid deelwoord in een zin volgens de regels schrijven.” 

Vul alles in en klik dan op "Controleer". Druk op [?] of "Hint" voor hulp. Dat kost echter wel punten.
Huilend van verdriet stond ze aan het graf van haar moeder.

Een onvoltooid deelwoord maak je door een d achter het hele werkwoord te schrijven (nooit een t.)

Als het onvoltooid deelwoord gebruikt wordt als bijvoeglijk naamwoord, schrijf je -de: Alex is aan de winnende hand.

Opdracht: maak zelf het onvoltooid deelwoord.
1. Epilepsie wordt ook wel de (vallen) ziekte genoemd.
2. Het feest kwam maar (aarzelen) op gang.
3. Ik heb thuis een (wandelen) tak.
4. Ze keek naar hem met een (verlangen) blik.
5. De autistische jongen vertoont (afwijken) gedrag.
6. We spelen het (beslissen) punt.
7. De (passeren) auto had veel vaart.
8. Peter is een (opvallen) speler.


Onthoud: een onvoltooid deelwoord eindigt altijd op -d(e).