“Ik kan het onderwerp vinden in een zin.” 

Vul alles in en klik dan op "Controleer". Druk op [?] of "Hint" voor hulp. Dat kost echter wel punten.
Noormannenkoning Godfried regeerde lange tijd over Friesland.
Je weet nu wat de PV is in bovenstaande zin, namelijk:
Ik ben benieuwd wie er aan het regeren was. Ik stel de vraag: wie + PV? Dus: wie regeerde?
Het antwoord, Noormannenkoning Godfried, noemen we het onderwerp in de zin.

Soms vraag je niet wie, maar wat + PV.
De kast viel naar beneden.
Wat viel? Het onderwerp is: de kast (let op: het woordje de hoort ook bij het onderwerp!)

Opdracht: Zoek het onderwerp in de volgende zinnen.
Tip: zoek eerst de PV en vraag dan wie/wat + PV.
1. De hond blafte tegen zijn baas.
2. Ik koos een heerlijk menuutje uit.
3. Sprong Fatima van die superhoge duikplank af?
4. Het kattebelletje lag al een poosje op tafel.
5. De doorn prikte in zijn been.
6. Gaf zij Dennis een dikke kus?
7. Plotseling kwamen de rovers uit de struiken tevoorschijn.
8. Schorpioenen zijn zeer gevaarlijk.
9. In Artis is een aapje geboren.
10. Hoe vaak ben jij in Duitsland geweest?

Onthoud! Het onderwerp vind je door te vragen: wie/wat + PV?