“Ik kan het voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord in een zin volgens de regels schrijven.” 

Vul alles in en klik dan op "Controleer". Druk op [?] of "Hint" voor hulp. Dat kost echter wel punten.
De aangewende middelen hadden geen enkel effect.

Aanwenden = gebruiken.
Voltooid deelwoord: de middelen zijn aangewend.
Bijvoeglijk naamwoord: de aangewende middelen.

Als je van een voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord maakt, zet je er meestal gewoon een e achter. Geen extra d of t dus, maar gewoon zo kort mogelijk.
Vergelijk dit eens met de persoonsvorm: ik wendde de middelen aan.

In enkele gevallen krijg je wel een extra d of t: het opgepotte geld. Anders wordt de o als oo gelezen en dat is niet de bedoeling.

Soms eindigt een voltooid deelwoord op -en: verlaten. Gebruikt als een bijvoeglijk naamwoord, blijft -en staan: de verlaten stad.

Opdracht: maak van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord.
Tip: 'zo kort mogelijk'!
1. De kinderen waren verdwaald. --> de kinderen
2. De weg is verbreed. --> de weg.
3. De winkel is gesloten. --> de winkel
4. Het uur is verzet. --> het uur.
5. Ik heb mijn arm gebroken. --> de arm


Onthoud: een voltooid deelwoord, gebruikt als bijvoeglijk naamwoord, schrijf je zo kort mogelijk.