Vul alles in en klik dan op "Controleer".

Help jij de kok een handje?
Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

(braden, tt)
1. Ik de kip.
2. jij de kip?
3. Jij de kip.
4. De kok de kip.
5. De kok en ik de kip.
6. Jullie de kip.
7. De kok en zijn knecht de kip.

(braden, vt)
8. Ik de kip.
9. jij de kip?
10. Jij de kip.
11. De kok de kip.
12. Wij de kip.
13. jullie de kip?
14. De kok en zijn knecht de kip niet.

Voltooid deelwoord
15. Ik (hebben, tt) de kip (braden, VD) .
16. (hebben, tt) jij de kip (braden, VD) ?
17. Jij (hebben, tt) de kip (braden, VD) .
18. De knecht van de kok (hebben, tt) de kip (braden, VD) .
19. Wij (hebben, tt) de kip (braden, VD) .
20. Jij en de kok (hebben, tt) de kip (braden, VD) .
21. (hebben, tt) de kippen de kok (braden, VD) ?

22. Ik (worden, tt) (braden, VD) .
23. (worden) jij (braden, VD) ?
24. Jij (worden, tt) (braden, VD) .
25. De kip (worden, tt) (braden, VD) .
26. Wij (worden, tt) (braden, VD) .
27. (worden, tt) jullie vandaag (braden, VD)?
28. De kok en de kip (worden, tt) (braden, VD) .

Een vorm van zijn + heel werkwoord
29. Ik (zijn, tt) de kip aan het (braden, heel ww) .
30. Volgens mij (zijn, tt) jij de kip aan het (braden, heel ww) .
31. Ja, jij (zijn, tt) de kip aan het (braden, heel ww) !
32. De familie Kok (zijn, tt) de kip aan het (braden, heel ww) .
33. (zijn, tt) wij aan de beurt om de kip te (braden, heel ww) ?
34. Inderdaad, jullie (zijn, tt) aan de beurt om de kip te (braden, heel ww) .
35. De familie Kok en de familie Kip (zijn, tt) een kip aan het (braden, heel ww) .

Door elkaar
36. (braden, tt) de kip de kok?
37. Nee, de kok (hebben, tt) de kip (braden, VD) .
38. (braden, vt) hij de kip gisteren ook al niet?
39. Nee, gisteren (hebben, tt) niemand iets (braden, VD) .
40. (zijn, vt) er gisteren misschien geen kip om te (braden, heel ww) ?
41. Jawel, maar niemand (hebben, vt) zin om te (braden, heel ww) .
42. Dan (braden, tt) ik wel een kip.
43. Lekker, ik heb trek in (braden, VD) kip!