Verhoudingen (door elkaar, niveau 1S)

Bekijk de afbeelding.

Wie heeft er gelijk?
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, Pluspunt, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. Ziwan
2. Salar
3. Geen van beiden
4. Allebei
Tien van de vijfentwintig kinderen van onze klas bespelen een muziekinstrument.

Hoeveelste deel is dat?
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. 2/5
2. 5/25
3. 15/25
4. 25/100
5 kinderen verdelen eerlijk 3 pannenkoeken.

Hoeveel krijgt ieder?
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. 3/5 pannenkoek
2. 5/3 pannenkoek
3. 1 2/3 pannenkoek
4. 3/4 pannenkoek
Bekijk de litermaat.

Welke letter geeft 2/3 liter aan?
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, Rekenrijk, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. l
2. j
3. k
4. m
5% is evenveel als...
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. 1/20
2. 0,5
3. 1/5
4. 1/5 %
Bekijk de afbeeldingen.

Welke afbeeldingen kunnen in het echt waar zijn?
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, Wis en reken, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. 2 en 4
2. 1 en 2
3. 2 en 3
4. 3 en 4
1/4 x 260 =
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. 65
2. 14
3. 55
4. 1 040
Bekijk de afbeelding.

Hoe lang is het model?
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, Wereld in getallen, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. 6 cm
2. 4,8 cm
3. 60 cm
4. 48 cm
Bekijk de afbeelding.

Wat is de schaal?
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, Wereld in getallen, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. 1 : 30
2. 9 : 30
3. 30 : 9
4. 1 : 9
3 op de 5 is hetzelfde als...
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. 60%
2. 0,35
3. 3,5
4. 3/8
In een folder staat dat de prijs van een marsepeinen varken 25 euro exclusief 21% BTW is.

Wat betekent dit?
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. Je moet nog 21% belasting bij de prijs optellen, om te weten wat je moet betalen.
2. Je moet nog 21% korting van de prijs afhalen, om te weten wat je moet betalen.
3. Er komt nog 21% marsepein bij, als je betaald hebt.
4. Het marsepeinen varken is 21 euro duurder geworden.
De auto rijdt 1 op 20.

Wat betekent dit?
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. Met elke liter benzine kun je een afstand van 20 kilometer afleggen.
2. Met elke 20 liter benzine kun je een afstand van 1 kilometer afleggen.
3. Er zit nog maar 1 liter benzine in de auto.
4. De auto rijdt 20 kilometer in 60 minuten.
De politieauto reed 450 km op 45 l benzine.

De auto reed 1 op ...
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, Wereld in getallen, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. 10
2. 45
3. 540
4. 1/10
2/3 deel van de erfenis van € 1 200,- is voor de huishoudster. De rest is voor de tuinman.

Hoeveel krijgt de tuinman?
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. € 400,-
2. € 800,-
3. € 600,-
4. € 900,-
Bekijk de afbeelding.

Aan welke tafels krijgen de kinderen een even groot stuk pizza als aan tafel 3?
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, Alles telt, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. 11 en 12
2. 4 en 11
3. 4 en 8
4. aan geen enkele tafel
Bekijk de afbeelding.

Aan welke tafels krijgen de kinderen een even groot stuk pizza als aan tafel 8?
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, Alles telt, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. aan geen enkele tafel
2. 4 en 9
3. 4 en 7
4. 7 en 9
Op een kaart met schaal 1 : 400 000 liggen Rotterdam en Utrecht ongeveer 15 cm van elkaar.

Hoe ver liggen deze steden in werkelijkheid van elkaar?
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. 60 km
2. 60 000 cm
3. 600 km
4. 400 km
Een vlo is getekend op schaal 10:1. De vlo is op de tekening 3 cm lang.

Hoe lang is de vlo in werkelijkheid?
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. 3 mm
2. 3 dm
3. 30 mm
4. 30 dm
Bekijk de aanbiedingen.

Bij welke winkel(s) is de fiets het goedkoopst?
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, Rekenrijk, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. Winkel van Sinkel en De Mierenhoop
2. Winkel van Sinkel
3. DE HAMÉ
4. De Mierenhoop en DE HAMÉ
In groep 4 en 5 zitten evenveel kinderen. In groep 4 heeft 1/4 van de kinderen nog geen zwemdiploma; in groep 5 heeft 20% nog geen zwemdiploma.

In welke groep hebben de meeste kinderen nog geen zwemdiploma?
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. groep 4
2. groep 5
3. geen van beide (in beide groepen evenveel)
4. dat kun je zo niet zeggen
Van de 200 tegels van ons terras zijn er 150 grijs.

Hoeveel procent is dat?
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, Rekenrijk, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. 75%
2. 3/4 %
3. 2/3 %
4. 67 %
0,23 is evenveel als...
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. 23%
2. 2,3%
3. 23/100 %
4. 2 3/10
Je ziet hier 2/3 deel van een strook. Het stuk is 10 cm lang.

Hoe lang is de hele strook?
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, Wereld in getallen, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. 15 cm
2. 13 cm
3. 5 cm
4. 18 cm
In de krant staat dat 16 van de 40 fietsers bij de controle geen verlichting had.

Hoeveel procent is dat?
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. 40%
2. 14%
3. 32%
4. 44%
30% van 600 = ...
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. 180
2. 18
3. 306
4. 200
Wat is meer: 1/10 of 0,095?
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, Wereld in getallen, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. 1/10
2. 0,095
3. Het is allebei evenveel.
Op basisschool "De Driesprong" doet 80% van de leerlingen aan sport. Marianne zegt: "Dat is ongeveer 1 op de 8 kinderen."

Klopt dat?
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, Rekenrijk, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. Nee
2. Ja
3. Dat kun je zo niet weten.
1/9 ≈ 0,11

Waarom staat er een 'ongeveer'-teken?
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, Wereld in getallen, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. Omdat het decimale getal afgerond is.
2. Omdat 0,11 eigenlijk 0,20 moet zijn.
3. Omdat 9 x 0,11 precies 1 is.
4. Omdat kommagetallen altijd met dit teken weergegeven worden.
Je wilt weten hoe de breuk 3/7 er als kommagetal uitziet.

Wat typ je in op de rekenmachine?
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. 3 : 7 =
2. 7 : 3 =
3. 3 x 7 =
4. 1 : 3 =
Kernstad heeft 25 000 inwoners. Twee op de vijf inwoners is jonger dan 18 jaar.

Hoeveel inwoners zijn jonger dan 18 jaar?
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. 10 000
2. 2 000
3. 5 000
4. 12 000
Je hebt € 400,- op de bank staan. De bank geeft 3% rente.

Hoeveel euro staat er na 1 jaar op de bank?
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. € 412,-
2. € 12,-
3. € 1 200,-
4. € 403,-
Het zwembad houdt een onderzoek onder de bezoekers. Er worden 250 bezoekers bevraagd.
Van deze bezoekers vindt 14% de entreeprijs te hoog.

Hoeveel mensen vinden de entreeprijs te hoog?
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. 35
2. 14
3. 30
4. 34
Hoeveel melk heeft de kok nodig voor 120 gasten?
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, Pluspunt, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. 16 liter
2. 1,6 liter
3. 9,6 liter
4. 96 liter
Op welke school zijn naar verhouding de meeste kinderen lid van de bibliotheek?
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, Pluspunt, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. Op beide scholen zijn naar verhouding evenveel leerlingen lid.
2. De Triangel
3. De Meerpaal
Jens heeft een foto op de computer staan. De foto is 15 cm bij 12 cm. Hij verandert de lengte van 15 cm in 20 cm.

Wat wordt dan de breedte van de foto?
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. 16 cm
2. 17 cm
3. 20 cm
4. 19 cm
Mehmed wil van huis naar het centrum in de stad fietsen. Op de kaart is dat 8 cm. De kaart heeft een schaal van 1:50 000.

Hoeveel km moet Mehmed fietsen volgens de kaart?
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. 4 km
2. 40 km
3. 2 km
4. 20 km
Sportsokken in de aanbieding.
Bij H&D: 4 halen, 3 betalen.
Bij VEMA: 5 halen, 4 betalen.

Als de sokken even duur zijn, waar krijg je dan de meeste korting?
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. Bij H&D.
2. Bij VEMA.
3. De korting is in beide winkels gelijk.
De bloemenwinkel verhoogt de dag voor Moederdag de prijs van de boeketten met 10%.
Na Moederdag zijn er echter nog veel boeketten over. Dan besluit men de prijs weer te verlagen met 10%.

Zijn de boeketten nu weer net zo duur als in de week voor Moederdag?
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. Nee
2. Ja
In groep 4 is 1 op de 2 kinderen een meisje.
In groep 5 is 2 op de 3 kinderen een meisje.
Job zegt: "Dan zitten er in groep 5 meer meisjes dan in groep 4."

Is het waar, wat Job zegt?
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. Dat kun je zo niet weten.
2. Ja
3. Nee
Op een T-shirt van € 15,- krijg je 20% korting.

Wat is de nieuwe prijs?
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, bewerkt door Citotrainer Nederland.
1. € 12,-
2. € 1,50
3. € 3,-
4. € 4,50

Verhoudingen (door elkaar, niveau 1S)

Klik op het vraagteken dat voor het juiste antwoord staat.