"Ik kan de prijsverhoging berekenen."



Vorig jaar kostte één roos 1,00 euro. De roos is 10% duurder geworden. De nieuwe prijs is euro.



Vorig jaar kostte een bos tulpen 4,00 euro. De tulpen zijn 12,5% duurder geworden. De nieuwe prijs is euro.



Twee jaar geleden kostte een kerstboom 10,00 euro. Dit jaar moet ik wel 15,00 euro betalen. De prijs van een kerstboom is met % gestegen.



Vorig jaar kostte een bos rozen 8,00 euro. Nu kost het 10,00 euro. De prijs van een bos rozen is % duurder geworden.



Vorige week kocht ik een mandje margrieten voor 12,50 euro. Vandaag staan ze voor 15,00 euro te koop. De margrieten zijn % duurder geworden.